Wetsvoorstel inzake overdrachtsbelasting (2021)

Wetsvoorstel inzake overdrachtsbelasting (2021)

De verkrijging door een persoon jonger dan 35 jaar (starter) van een woning die voor hem zal dienen als hoofdverblijf,  wordt vrijgesteld van overdrachtsbelasting.

Voor niet-starters die een hoofdverblijfwoning verkrijgen, blijft het toepasselijk tarief 2%. Voor overige verkrijgingen van woningen en alle niet-woningen geldt het nieuwe basistarief van 8%.

Personen die voor 1 januari 2021 een woning hebben gekocht en na die datum een nieuwe woning kopen en op dat moment voldoen aan de vereisten dat zij (1) jonger dan 35 jaar zijn, (2) de woning zullen gebruiken als hoofdverblijf en (3) de vrijstelling niet eerder hebben toegepast, kunnen ook een beroep doen op de vrijstelling.

Aanhorigheden, zoals een garage die naast de woning ligt, kunnen delen in de vrijstelling of in het verlaagde tarief van 2%, mits deze gelijktijdig met de woning worden verkregen. Later verkregen aanhorigheden worden belast met 8% overdrachtsbelasting.

Uit het wetsvoorstel blijkt het voornemen dat de startersvrijstelling per 1 januari 2026 weer vervalt.