Startersvrijstelling en aanhorigheden

Startersvrijstelling en aanhorigheden

Gisteren is een aanpassing van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer (UBBR) gepubliceerd. Deze wijziging houdt onder meer verband met de woningwaardegrens bij de startersvrijstelling. Per 1 april 2022 geldt dat voor de woningwaardegrens niet alleen moet worden gekeken naar de waarde van de huidige verkrijging, maar ook naar de waarde van eerdere verkrijgingen in de afgelopen 12 maanden door dezelfde persoon, die samenhangen met de woning.

Stel dat iemand in mei 2022 een garagebox ter waarde van € 30.000 verkrijgt. Deze verkrijging is belast tegen het algemene overdrachtsbelastingtarief van 8%. Vervolgens verkrijgt deze persoon in november 2022 een woning ter waarde van € 380.000, waarbij de eerder verkregen garagebox als aanhorigheid kwalificeert. Door de wetswijziging geldt dat de waarde van de garagebox moet worden opgeteld bij de waarde van de woning. De totale waarde van de woning en de garagebox bedraagt € 410.000. Dit is hoger dan de woningwaardegrens van € 400.000 zodat de startersvrijstelling niet van toepassing is bij de verkrijging van de woning.