Nieuwsitems

Krijg ik rente over mijn geld op de derdengeldenrekening van de notaris? 

11 januari, 2024

Een notaris hoeft geen rente te vergoeden bij kortlopende transacties van maximaal vijf werkdagen en ook niet over de overdrachtsbelasting. Dit is meestal het geval bij de levering van een woning of de vestiging van een hypotheek. De eerste werkdag is de werkdag waarop de notaris het bedrag ontvangt. Als het geld langer dan vijf werkdagen op de derdengeldenrekening staat, dan wordt over het hele bedrag en de hele periode de rente vergoed. De notaris moet dan een gebruikelijke rente vergoeden en kan daarvoor administratiekosten in rekening brengen.

Aanpassing vermogenstoets: ook geblokkeerd vermogen van meerderjarig kind telt niet mee

2 januari, 2024

Krachtens artikel 9.1.a.2 Uitvoeringsregeling Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt op verzoek het vermogen van een minderjarig kind niet meegeteld bij de vermogenstoets, mits de ouder, diens partner-medebewoner en het kind zelf niet hierover kunnen beschikken. Thans is het woord ‘minderjarig’ geschrapt omdat de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het maken van onderscheid tussen minderjarige en meerderjarige kinderen in strijd is met het evenredigheidsbeginsel (ECLI:NL:RVS:2023:79). In deze zaak kon een meerderjarig kind niet over geërfd vermogen beschikken omdat ter uitvoering van een testamentair bewind het geld op een BEM-rekening stond.
Ministerie van Financiën 15 december 2023, nr 2023-0000275008 (Stcrt 2023, nr 34571)

Afschaffing schenkingsvrijstelling eigen woning; wanneer moet de schenking zijn besteed?

2 januari, 2024

Sinds 1 januari 2024 is de schenkingsvrijstelling eigen woning definitief afgeschaft. In verband hiermee is ook artikel 5 Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting vervallen. Hierin werden aan de schenking nadere voorwaarden gesteld. Op grond van het overgangsrecht blijft echter voor schenkingen die in het verleden hebben plaatsgevonden de voorwaarde gelden dat de schenking tijdig aan de eigen woning is besteed. Dit betekent bijvoorbeeld dat als in het jaar 2022 voor de eerste keer een beroep is gedaan op de vrijstelling de begiftigde de schenking uiterlijk 31 december 2024 aan zijn eigen woning moet hebben uitgegeven. Deze datum wordt niet anders als in 2023 aanvullend een beroep is gedaan op de vrijstelling. Is evenwel in het jaar 2023 voor de eerste keer een beroep gedaan op de vrijstelling dan moet de begiftigde de schenking uiterlijk 31 december 2025 hebben besteed aan zijn woning (zie voor voorbeelden § 8 van het beleidsbesluit van 13 december 2022, nr 2022-0000023865).